Lees de tekst uit de OU filosofiemodule (zie meegekregen fotokopieën) over Nietzsche en het Apollinische en Dionysische in de kunst. Lees ook de volgende tekst overNietzsche. Wellicht iets toegankelijker en biedt iets meer context over Nietzsche. 

Schrijf een samenvattende blog waarin je kort de kern verwoordt van het Apollinische en Dionysische in de kunst.

Om de aansluiting bij Lupertz te ontdekken: lees in Wikipedia wat het begrip Dithyrambe betekent en waar het vandaan komt (los van Lupertz dus). Kopie heb je meegekregen. Bij het schilderen mag je dit laatste begrip weer loslaten en je concentreren op het goddelijke. 😉

Schilderen: voltooien werken uit de laatste les

Werk de twee schilderijen die je in de afgelopen les begonnen bent verder uit tot een abstract tweeluik. Het ene werk vertegenwoordigt het apollinische en het andere het dionysische. Het kan zijn dat je na het lezen van de teksten de behoefte voelt de schilderingen anders aan te pakken, misschien ook niet. Volg je gevoel daarin.

 

Nieuw schilderopdracht: Apollo en Dionysus

Verdiep je in de Griekse mythologische goden Apollo en Dionysus. Bekijk op internet afbeeldingen en lees wie deze goden waren en wat zij vertegenwoordigen.

Schilder twee zelfportretten, waarbij je jezelf afbeeldt als Apollo en als Dionysus. (gniffel) Pas in deze afbeeldingen ook een Apollinische en een Dionysische schilderwijze toe. Om jezelf in Dionysische sferen te brengen, kan je muziek gebruiken, bijvoorbeeld Wagner.

Ik ben razend benieuwd naar jouw uitwerking van deze opdracht en kijk verwachtingsvol uit naar onze volgende les.

Extra opdracht: Lupertz en Armando – motief zoeken (Om te zorgen dat het blijft stromen.)

Deze opdracht bereidt je voor op de les over Armando in oktober en sluit tevens aan bij de expositie van Lupertz in het gemeentemuseum Den Haag. Sacha Bronwasser schreef op 6 juli een recensie over Lupertz in de Volkskrant, een citaat:

“Lüpertz schildert door zijn hele oeuvre heen in series van voorwerpen en zoekt voortdurend, met een eenvoudig motief in de hand (de korenaar, bomen, hekken, spoorrails) naar de grens met abstractie. Repetitie, vlakverdeling, ritme; alles kan hij er in kwijt. De op zich neutrale voorwerpen zijn niet zomaar gekozen: ze werden in het ‘Blut und Boden’-allergische Duitsland van na de oorlog met argwaan bekeken. Door alle zalen heen dreunt zijn onverdroten zoektocht naar vorm en vooral ook kleur; de kleuren die Rudi Fuchs terecht ‘sonoor’ noemt. Vol en vet, nooit licht en teer. Of dat nu in de Cobra-achtige werken uit zijn beginperiode is, of het zware, platte wit in een recente serie winterlandschappen. Zelfs lichaamsstudies in aquarel worden bij hem meteen een oefening in sensueel botsende, volle kleuren.”

De korenaar, bomen, hekken, spoorrails zijn motieven die steeds terugkeren. Volgens Lupertz zelf gaat het niet om achterliggende betekenissen, maar om het schilderen zelf. Op de website van het Van Abbemuseum staat het zo: Lüpertz is van mening dat alles een motief voor een schilderij kan zijn. Waar het om gaat is de schilderkunst. Hij houdt zich naar eigen zeggen bezig met schilderkunst over schilderkunst.  Ook bij Armando zullen we motieven zien die steeds terugkeren. Bij hem gaat het juist wel om de betekenis. Naar die betekenis gaan we later kijken. Voor nu eerst ‘het motief’ an sich.

Ga op zoek een of enkele motieven die voor jou interessant zijn om mee te werken. Je had het in de laatste les al over de veer. Maakt verschillende schetsen en vrije vertalingen (mag in je schetsboek). Dit lijkt me een prima vakantieopdracht. Wellicht kom je op reis een motief tegen waarmee je aan de slag wilt. Kies als je met meer motieven gestart bent er na een paar weken eentje uit, waarmee je langer aan de slag wilt en blijf met dit motief verder werken. Onderzoek het al schetsend in al zijn facetten, experimenteer, varieer, ontdek en geniet.

 

Veel plezier en een hele fijne vakantie gewenst.