Blog-pagina

IIIInoVVVVeren

  • 27 oktober 2011

Waarom sneuvelen er toch zoveel innovaties? Afgelopen zaterdag werd in NRC Patrick Vermeulen aan het woord gelaten. Hij heeft dit als universitair docent in Tilburg onderzocht.

Zijn conclusie is dat de belangrijkste oorzaak zit in onze menselijke weerstand tegen vernieuwing. In mijn trainingen leg ik deze weerstand altijd uit door te wijzen op ons oudste stukje hersenen, de amygdala. Hiermee worden onze reflexen gestuurd rondom angst en agressie.

Als wij geconfronteerd worden met iets nieuws krijgen wij direct stress en wordt de amygdala actief. We hebben dan simpel gezegd eigenlijk drie mogelijkheden;vluchten, vechten en bevriezen. Onbekend maakt onbemind. Dus de eerste reflex bij iets nieuws is… afwijzen.

Gelukkig heeft de moderne mens nog een vierde reflex ontwikkeld. Maar die wordt niet zo snel geactiveerd: verliefd worden. Waarom deze reactie bij de een meer is ontwikkeld dan bij de ander weet ik helaas niet.

Om de gemiddelde mens te helpen het innovatieproces niet als al te “bedreigend” te laten ervaren, hebben we een controlemoment ingebouwd. Tijdens de intake wordt bepaald of het vraagstuk voldoet aan de 4I’s: Influence, Imagination, Interest en Immediacy. Hierdoor wordt inzichtelijk gemaakt hoe en waarom weerstand zal ontstaan bij de confrontatie met nieuwe oplossingen.

Mijn bezwaar aan de bovengenoemd onderzoek zit ‘m hierin dat deze 4I’s niet zijn meegenomen. Neem nou het voorbeeld van beton. De overheid wilde graag het grindgebruik in beton verminderen. Wanneer vooraf bekeken was hoeveel invloed de overheid heeft op dit vervangingsproces was waarschijnlijk een andere strategie gekozen. En is er een analyse gemaakt of sleutelfiguren in dit productieproces het nut en de noodzaak van dit vraagstuk inzagen?

Deze 4I’s hebben me al regelmatig behoedt voor het te vroeg opstarten van een innovatieproces. Als je geen rekening houdt met de weerstand die je kunt oproepen bij vernieuwing, schiet men snel in de stress. Tja en dat komt de oplossing nooit ten goede.