Buiten de eigen organisatie vergaderen is goed voor inspiratie en creativiteit. Althans, dit stelde het Financieel Dagblad afgelopen zaterdag. Voor een deel ben ik het met deze stelling eens. Wanneer ik een brainstormsessie faciliteer is de ruimte en omgeving één van de factoren die ik meeneem in het ontwerp.

Met name als het een organisatie betreft die sterk door (ongeschreven) regels wordt gestuurd, is het verstandig om uit de dagelijkse praktijk te stappen. Tenslotte is een van de grondgedachten van de divergentiefase het uit bestaande patronen treden. En voor een brainstorm waarin het accent ligt op zogenaamde gele ideeën is het nog meer van belang. Hoe verder je weg komt in je eigen gedachten, des te beter.

Ik ben echter steeds meer geneigd om de convergentiefase, bij voorkeur, letterlijk dichterbij huis te doen. De oogst aan rijpe en groene vruchten dient dan kwalitatief beoordeeld te worden. De concepten krijgen hun aansluiting bij de bestaande organisatie. Als dit proces binnen de eigen muren gebeurt, wordt het direct al een beetje geïncorporeerd.

Een tussentijdse verplaatsing is niet altijd praktisch haalbaar, maar het heeft mijn voorkeur. Het biedt de deelnemers meteen ook gelegenheid tot incubatietijd. Nog een bijkomend voordeel. Kortom, best of both worlds.